Springbank Distillery is in 1828 gebouwd in het centrum van Campbelltown, aan de westkust van Schotland. De oprichter was William Reid, in 1837 deed hij het bedrijf over aan zijn familie Archibald en Hugh Mitchell. Springbank is nog steeds eigendom van de familie Mitchell. Alfred Barnard noemde Campbelltown “the whisky city”, tijdens zijn bezoek aan het einde van de 19e eeuw waren er 21 stokerijen. Tegenwoordig is Springbank één van de drie werkende stokerijen in Campbelltown.

Springbank is de laatste distillery die alle benodigde gerst nog zelf mout (malting) en droogt (kilning). Nadat de gerst drie dagen in water geweekt is wordt het in een laag van ongeveer 12 cm dik uitgespreid op de moutvloer. De ontkiemende gerst wordt met hand regelmatig gekeerd. In de kiln wordt de mout vervolgens gedroogd met turf en warme lucht. Springbank heeft vijf washbacks van larikshout en drie stills.

In de Springbank distillery worden drie soorten whisky gemaakt. Longrow wordt sinds 1973 geproduceerd, dit is een gepeate whisky die twee keer gedistilleerd wordt. Hazelburn wordt sinds 1997 geproduceerd, er wordt geen turf gebruikt en het wordt drie keer gedistilleerd, wat een lichte en fruitige whisky oplevert. Springbank wordt gemaakt van licht gepeate gerst en het wordt 2 1/2 keer gedistilleerd, dit geeft een volle smaak, complex met een maritiem karakter.

In de jaren ’90 had Springbank een private cask programme waarmee particulieren een vaatje whisky konden kopen. In 1996 werden onder andere cask #107 en cask #247 in het warehouse van Springbank gelegd om in alle rust te rijpen.